zondag 15 november 2009

Venetië begraven, Maastricht keert het tij

Uit de New York Times van 14 november j.l.:

Honderden Venetianen hebben zaterdag met gondels en andere boten door het beroemde Canal Grande gevaren om hun stad symbolisch te begraven. Met de actie wilden de inwoners aandacht vragen voor het teruglopen van het aantal inwoners van de stad, die door 18 miljoen toeristen per jaar naar het vasteland zijn verdreven. ,,Venetië is in gevaar'', zei Matteo Secchi, een van de initiatiefnemers van de actie. Volgens Matteo is 21 oktober 2009 een van de meest trieste dagen uit de geschiedenis van de stad. Het inwonertal van Venetie daalde op die dag tot onder de 60.000. In de jaren zestig had Venetië nog 120.000 inwoners.

Dit bericht van afgelopen weekend roept een beeld van herkenning op. 120.000 inwoners? 18 miljoen toeristen per jaar? Waar kennen we die getallen van?

Toch gaat het in Maastricht niet zover komen. Met de 50-dagen-norm die a.s. dinsdag in de APV verankerd wordt, bereikt deze raad een cruciaal keerpunt in het denken over de balans tussen bewoners en bezoekers. Na het toeroepen van een halt aan de ongebreidelde uitbreiding van horeca in het centrum wordt nu ook een halt toegeroepen aan de ongebreidelde verdisneysering van Maastricht.

Het is in beide gevallen de PvdA geweest die het initiatief heeft genomen voor deze cruciale beleidsstukken. Maar het is de grote meerderheid in de gemeenteraad die laat zien dat er breed draagvlak is voor het behoud van leefbaarheid in onze dierbare stad. En voor de bescherming van de goede reputatie van Maastricht, een ijzersterk imago dat de stad enorm veel heeft gebracht, maar de laatste tijd ook kwetsbaar is gebleken. Het is daarom ook goed dat deze APV-wijziging niet alleen evenementdagen telt, maar vooral de reputatiewerking van een evenement laat meewegen.

Of het historische besluiten zijn weten we pas over 25 jaar. Veel hangt af van de handhaving van deze regels. Want de druk zal groot zijn, en soms bijna niet te weerstaan, om toch dat ene evenement of toch die ene leuke horeca-ondernemer ruimte te geven waar het niet meer kan.

Dan komt het er op aan dat er een ferm stadsbestuur staat dat duidelijk maakt dat er ook op andere pleinen ruimte is. Dat er nog genoeg horecapanden leeg staan waar de innovatieve ondernemer zijn gang kan gaan. Een stadsbestuur dat ondernemers vervolgens helpt om te ondernemen, niet alleen maar op regels wijst, maar ook op kansen. Kansen die misschien net twee straten of pleinen verder liggen, maar wel bijdragen aan een gezonde spreiding van overlast en waarborgen voor bewoners van de stad.

Maximaal 50 evenementdagen op een plein. De kritiek is enorm geweest. De 50-dagennorm zou belangrijke evenementen als Kermis, Winterland en Preuvenemint de nek omdraaien. Onzin, we hebben vaak genoeg voorgerekend dat er ook bij een 50-dagennorm plek is voor bijvoorbeeld Winterland op het Vrijthof. Maar wat mij nog het meeste heeft verbaasd is dat de mensen die deze vrees uitten, hun eigen stad blijkbaar niet serieus nemen. Maastricht heeft toch veel meer prachtige pleinen dan alleen het Vrijthof? En zou een evenement kapot gaan als het bijvoorbeeld op de Markt, Plein 1992 of elders georganiseerd zou worden? Ik geloof er niks van.

Waar ik wel in geloof is dat de ongebreidelde groei van dagjesmensen en evenementen de leefbaarheid in de stad enorm onder druk zet. En dat het gebrek aan keuzes – alles moest kunnen – daaraan heeft bijgedragen. Dankzij de 50-dagen-norm wordt het stadsbestuur verplicht te kiezen, te spreiden en te regisseren. Geen keuze tussen OF bewoners OF bezoekers, maar een keuze voor bewoners én bezoekers, en het spreiden van de lasten en de lusten. De keuze voor die balans is de keuze die de PvdA altijd heeft voorgestaan en dinsdag tijdens de raadsvergadering, als die APV wordt vastgesteld, ook met verve zal verdedigen.