vrijdag 2 november 2012

Zorgpremie zet solidariteit onnodig onder druk

Solidariteit is een groot goed en het nieuwe regeerakkoord getuigt daarvan. De PvdA mag blij zijn dat de rode lijn letterlijk en figuurlijk ferm zichtbaar is. Op één punt dreigt het akkoord echter zijn doel te missen: de inkomensafhankelijke zorgpremies. Als iemand die zes maal bijstand verdient, 24 maal zoveel premie moet gaan betalen – en tegelijk ziet dat de run op de zorg niet verminderd wordt – dan zet het regeerakkoord de solidariteit tussen bevolkingsgroepen onnodig onder druk. Een rechtvaardig gevoel van solidariteit berust altijd drie principes: 1. de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten; 2. solidariteit komt van twee kanten: ook de minder bedeelde groepen dragen een verantwoordelijkheid voor zelfontplooiing: qua ontwikkeling én gezondheid; 3. en de overheid betuigt zich een goed rentmeester over de opgebouwde waarden van de solidaire samenleving. Het eerste principe staat buiten kijf. Het tweede betekent: zorg zoveel mogelijk voor je eigen gezondheid en spreek de samenleving pas aan als het echt nodig is. Het derde betekent: overheid, ontwikkel een visie op fundamentele hervormingen in de zorg. Eigen verantwoordelijkheid en visie, dat is wat de zorgparagraaf van dit regeerakkoord ontbeert. Dit stelsel zorgt ervoor dat er geen enkele relatie meer bestaat tussen gebruik van de zorg en betalen voor de zorg. Daarnaast haalt het elke prikkel uit het belonen van een gezonde leefstijl waardoor de run op zorg verminderd kan worden. Het draagt niet bij aan het afremmen van de massale run op huisarts en ziekenhuis. Het gevoel van rechtvaardigheid – dat altijd de basis is onder solidariteit – valt hierdoor weg. Door dit regeerakkoord zullen de zorgkosten gaan exploderen, waarbij ook nog het maatschappelijke draagvlak – het beroep op solidariteit – voor dit systeem wankelt. Voor Maastricht is er nog een extra opgave, omdat ongezond leven in onze regio een extra groot probleem is. De PvdA Maastricht zal vandaag tijdens het congres daarom een motie indienen die oproept de solidariteit niet onnodig onder druk te zetten door een disproportionele lastenverzwaring,en dit te financieren door zowel bezuiniging(sterkste schouders, zwaarste lasten)als hervorming (waarbij ook een gedragsverandering van de zorggebruikers wordt gevraagd). In mijn ogen zouden onderdelen van zo’n echt sociaal en hervormend zorgplan de volgende kunnen zijn: • De allerlaagste inkomens worden geheel vrijgesteld van zorgpremie; daarboven heeft iedereen dezelfde nominale premie; • Ziek worden is vervelend, en het kost ook nog geld. Dat principe leidt tot een eigen risico dat voor hoge inkomens best hoog mag zijn, hoger dan in dit regeerakkoord. En dus veel sterker inkomensafhankelijk. Bijvoorbeeld 10% van het inkomen. Ook voor miljonairs.Immers: als je ziek wordt, en je kunt het betalen, dan vormt geld de minste pijn.Daarmee geef je ook invulling aan het basisidee achter een verzekering: die spreek je pas aan als het moet; • Het verlaagde BTW-tarief van 6% is ooit bedoeld om de primaire levensbehoeften betaalbaar te houden. Definieer als primaire levensbehoefte: die producten die volgens het Voedingscentrum tot de ‘Schijf van Vijf’ worden gerekend. Dus niet: snacks, chips, cola, fastfood, alcohol en andere -bij overmaat- ziekmakende producten. Die kunnen terug naar 21%, waarmee gezond leven wordt gestimuleerd, en de run op zorg verminderd.

dinsdag 24 januari 2012

Veel toeristen die weinig uitgeven

Deze week hebben we het weer eens over een mogelijk nieuw evenement op het Vrijthof, het WK-dorp, en opnieuw onder het motto ‘economie’. Daar kan een risico aanzitten. Er komen ieder jaar meer mensen naar Maastricht, en dat is zeker het gevolg van het toenemend aantal evenementen. Maar weten we ook welke mensen niet meer naar Maastricht komen, juist vanwege de verdisneysering? En wat we onderaan de streep aan inkomsten mislopen? Dat is absoluut een onderzoek waard.

Als je toerisme ziet als een product, dan moet je weten wie je klanten zijn. De gewenste doelgroep van Maastricht is “de kwaliteitstoerist” om daarmee het meerdaags verblijf te bevorderen, zo lezen we in de VVV-strategie. De werkelijkheid is echter precies het tegengestelde. Slechts 20% van de bezoekers van Maastricht komt uit deze doelgroep. De blauwdruk daarvan zien we dagelijks om ons heen: steeds meer dagjesmensen, terwijl de bestedingen en de overnachtingen onder druk staan. Meer bezoekers betekent namelijk nog niet meer winst: dagjesmensen geven drie keer zo weinig uit als verblijfstoeristen, terwijl ze wel net zoveel kosten, net zoveel files veroorzaken, lucht vervuilen en parkeergarages verstoppen. Bij de toeristische sector als geheel staat de winstgevendheid dan ook onder druk: de omzetten stijgen weliswaar licht, maar de kosten veel harder waardoor grote verliezen dreigen en zich al openbaren.

Het beleid van de stad Maastricht is niet gericht op het keren van deze ontwikkeling, maar wil meer, meer, meer. Omdat we worden verblind door de hoge bezoekcijfers van de evenementen. We meten echter maar een heel klein deeltje van de werkelijkheid. Als CocaCola bier in haar flesjes gaat stoppen, dan levert dat ongetwijfeld een aantal nieuwe klanten op. Maar er haken er waarschijnlijk nog veel meer af. Kijk je alleen naar de verkoop van de nieuwe bier-divisie van CocaCola, dan is de volgende stap: nog meer bier. En zo vreet het ooit zo machtige merk zichzelf van binnenuit op.
Maastricht heeft dezelfde reflex: de bestedingen staan onder druk, dus pompen we nog meer mensen de stad in, gelokt door nog meer evenementen.

De keuze van de VVV voor kwaliteit en duurzaamheid is niet elitair - iedereen is en blijft welkom in Maastricht - maar een dappere en noodzakelijke keuze om onze kleine en kwetsbare stad te ontwikkelen richting minder mensen, die langer blijven – en daardoor dus meer besteden.

Maar wat wil die ‘kwaliteitszoeker’? Hebben wij wel eens onderzocht wat de beoogde klanten verwachten van Maastricht? Hoe ze het Vrijthof het liefst zien in Wintertijd: feeëriek verlicht als de rest van Magisch Maastricht, of verpakt in plastic tenten?

Daarom pleit ik vanavond in de gemeenteraad voor een diepgaand marktonderzoek: wie willen we in Maastricht verwelkomen, wat wil deze klant en hoe ontwikkelen we het toeristisch aanbod van de stad zo dat aan die verwachtingen wordt voldaan. Persoonlijke voorkeuren moeten we daarbij opzij zetten. In de citymarketing geldt de Wet van de Sportvisser, zo hield prof. Hospers ons onlangs voor: “Als je weet welke vis je wil vangen, dan kies je het aas dat hij lekker vindt, en niet wat jij lekker vind.”

woensdag 18 januari 2012

Een elftal met 15 spelers

En weer dient zich een evenement aan dat per se op het Vrijthof wil: het WK-dorp. En weer durft het College van B&W niet te kiezen voor spreiding van evenementen over de (binnen)stad. En dus wordt door sommige partijen de 60-dagennorm voor het Vrijthof weer ter discussie gesteld. Moeten het er geen 70 worden? Of maar helemaal loslaten?

Het Maastrichts evenementenbeleid is als een weifelende voetbaltrainer. Om maar vooral geen keuzes te hoeven maken tussen zijn talenten probeert de coach de scheidsrechter te overtuigen dat er best meer spelers het veld op mogen. Want ach, kleine spelers tellen we gewoon voor de helft mee, en spelers die niet aan de bal zijn, tellen we even niet mee. Zodat de trainer uiteindelijk 15 voetballers in het veld kan brengen.

De 11-spelersnorm is er niet voor niks. Natuurlijk, het hadden er ook 10 of 12 hadden kunnen zijn. Maar niet veel meer, want dan sneeuwt de echte schoonheid van het spel onder in een propvol veld. En niet veel minder omdat het dan een saaie, lege boel wordt zonder strijd en spanning. De 50-dagennorm voor het Vrijthof (inmiddels al opgerekt naar 60) is er ook niet voor niks. Hij is er op de eerste plaats omdat het Vrijthof in zijn authentieke schoonheid meer aantrekkingskracht heeft dan volgepropt met feesttenten en attracties. Dat zeggen ook de bezoekers die Maastricht op nummer 1 als koopstad zetten: het is de entourage van de stad en het winkelaanbod dat hen bekoort, en niet de evenementen. Op de tweede plaats is de norm er om de leefbaarheid van de stad te waarborgen. Een gezin besteedt per jaar net zoveel als 500 dagjesmensen, dus ook voor de economie van de stad is de woonfunctie cruciaal.

De 11-spelersnorm heeft een heel sterk bijkomend effect: voetballers moeten onderling bewijzen dat ze de beste zijn. Dat leidt tot een gezonde concurrentie en maximale kwaliteit. In Maastricht is dat helemaal niet nodig: huur een feesttent en een tap en je mag direct door naar het Vrijthof. En als zich dan plotseling een top-evenement aandient dat kennelijk de moeite waard is, zoals het WK-dorp, wordt het weggestuurd –want het plein is vol – of wordt de norm weer eens ter discussie gesteld. Als we maar niet hoeven te kiezen.

Wat zou MVV doen als zich plotseling Messi aandiende? Zegt de club dan: helaas. Lionel, we hebben er al elf? Of gaat de trainer stiekem proberen 12 spelers in het veld te smokkelen? Nee, dan wordt er een andere speler afgehaald. Die misschien bij een andere mooie club nog veel beter tot zijn recht komt. Maastricht heeft ook nog heel veel andere mooie pleinen. Maar dan moeten B&W eindelijk eens een keer hun verantwoordelijkheid nemen en evenementen gaan spreiden. En niet – aangemoedigd door een groeiende raadssteun – proberen telkens de normen te ontduiken of op te rekken.