dinsdag 22 juni 2010

Timmerfabriek: nu of nooit!

Vanmiddag raadscommissievergadering over de Timmerfabriek. Zie hieronder alvast mijn bijdrage:

"De Limburger stelde het duidelijk vanmorgen: De Timmerfabriek, het is nu of nooit. En de krant eindigde het artikel met de zin dat grootstedelijke cultuurvisie nooit zonder slag of stoot tot stand komt.

En dat klopt. Want er zijn natuurlijk mensen en partijen die van mening zijn dat investeren in cultuur niet meer dan een luxe is. En dat is in deze moeilijke tijden lastig te verkopen.

Het zal u niet verbazen dat de PvdA investeren in cultuur geen luxe maar noodzaak vindt. Ik kan een heel betoog houden over de afweging of we moeten investeren in stenen of in programmering. Of dat het gaat om een mentaliteitsverandering, meer dan een nieuw gebouw.

Zoals Jean-Paul Toonen het in zijn recente weblog stelt: Conventioneel denkend Maastricht zegt: zonder nieuwe cultuurtempels kunnen we nooit Culturele Hoofdstad 2018 worden. Terwijl de Avant Garde roept: allemaal bijzaak, het gaat om de shift in ons hoofd. En dan stelt hij voor om heel Belvédère vrij te geven, zonder regels, zonder geld om daar culturele, creatieve mensen alle ruimte te geven. Ik droom daar ook graag bij weg en zie zo’n cultureel walhalla helemaal voor me. Tussen droom en daad staan echter wetten in de weg, en praktische bezwaren... Die we wellicht weer kunnen oplossen, maar dat is een ander verhaal.

Dromen over culturele vrijplaatsen sluit voor mij in ieder geval niet uit dat we ook moeten investeren in gebouwen, in stenen. Omdat zo’n gebouw onderdak biedt aan belangrijke culturele instellingen in deze stad. Omdat toneelgroepen nu eenmaal optreden, omdat films nu eenmaal in een theater getoond worden.

Waar het uiteindelijk om gaat is dat cultuur voor Zuid-Limburg een hele belangrijke peiler is, een peiler voor welvaart – cultuur is één van de economische motoren en trekt mensen aan, en een peiler voor welzijn – het is prettig wonen en leven in een regio met een breed cultureel aanbod en –al lijkt het alsof je dat tegenwoordig niet meer mag zeggen – cultuur zorgt ook voor ontwikkeling en emancipatie.

Voorzitter, de PvdA zegt dus ja tegen het investeren in de Timmerfabriek. Ja met groot enthousiasme, zeker omdat wij ook zoveel enthousiasme van andere partijen zien. Een bedrag van bijna 40 miljoen euro (overigens complimenten voor de wethouder dat hij een paar miljoen heeft weten te bezuinigen) dat voor het over-, overgrote deel door andere partijen dan de gemeente Maastricht bekostigd wordt. Dat tekent het belang dat ook andere belanghebbenden aan de Timmerfabriek hechten. Graag krijgen wij wel nog wat meer inzicht in de wijze waarop het college de exploitatie denkt vorm te geven.

Daarnaast zien wij, om de krant nogmaals te citeren, graag wat meer grootstedelijke cultuurvisie van het college: want hoe past bijvoorbeeld de Ainsi in die visie, naast of samen met de Timmerfabriek, hoe verhouden de Maastrichtse ‘cultuurtempels’ zich tot de andere in de brede Euregio, en vooral: welke visie en ambitie heeft het college in het proces Via 2018, het proces om Europese Culturele Hoofdstad te worden? Graag nodigen wij het college uit om daar op korte termijn, bij voorkeur direct na de zomervakantie, een bijeenkomst over te organiseren.

Voorzitter, voor de PvdA is het vandaag “NU” voor de Timmerfabriek. Wij feliciteren Het Huis van Bourgondië, Toneelgroep Maastricht, Intro In Situ en Lumière met deze mijlpaal. Wij kijken uit naar de feestelijke opening. En in de tussentijd zou ik tegen de Avant Garde willen zeggen: ook mét gebouwen kun je een shift in je hoofd bewerkstelligen. Gewoon doen, dus – net als investeren in de Timmerfabriek."

vrijdag 18 juni 2010

Sjiek is miech dat

Sjiek is het eerste Maastrichtse woord dat ik leerde. En sjiek is een prachtig woord, dat je niet in het Nederlands kunt vertalen. Sjiek is namelijk iets heel anders dan chique. Sjiek is mooi, sjiek is kwaliteit, sjiek is leuk, sjiek is soms hip, sjiek is anders dan anders, maar sjiek is geen Haagse chique.

Volgens mij is dat één van de dingen die fout is gegaan bij Mosae Gusto, de ondergrondse versmarkt die er in Maastricht moest komen, maar niet van de grond gekomen is. Die wilde chique zijn, en werd (dus?) niet sjiek.

De Facebook groep 'Maak van Mosae Gusto een versmarkt met Europese allure' heeft inmiddels 119 leden en groeit nog dagelijks. Op vrijdag 16 juli om 15 uur is er een brainstormsessie in café de Pieter (in het sjieke Jekerkwartier!) - praat mee over hoe we deze droom waar kunnen maken!

Niet sjiek en niet chique is de manier waarop het college van B&W omgaat met de 50-dagen norm voor evenementen op de Maastrichtse pleinen. Tijdens de raadscommissievergadering hierover afgelopen dinsdag heeft een grote meerderheid in de raad nogmaals bevestigd dat dit geen streefcijfer is, maar een norm. En normen zijn er om aan te voldoen. Niet omdat het getal op zich heilig is, maar omdat dat getal ergens voor staat. Voor een centrum dat er niet alleen is om ván te leven, maar ook om ín te leven. Waar balans is tussen bewoners én bezoekers. En waar mensen weten waar ze aan toe zijn: maximaal 50 dagen per jaar kan er op een plein een evenement zijn. Ik blijf me er hard voor maken, hoe dan ook. Zie hieronder het krantenverslag over de vergadering.



Trouwens, is dat Bavariajurkje nu chique of sjiek?

zondag 13 juni 2010

The week after...

De verkiezingen zijn weer achter de rug en de ene analyse volgt de andere. Maurice de Hond gaat gewoon door met peilen en wat blijkt vandaag? Áls er nu verkiezingen zouden zijn geweest, dán zou de PvdA ineens 38 zetels hebben. Es is een krom letter, zeggen ze hier.

Feit is dat een groot deel van de Nederlanders kiest voor een conservatieve route. En een iets groter deel voor de progressieve route.

Precies een jaar geleden (op 7 juni 2009) schreef ik in mijn blog het volgende:

De grote winst van de PVV bij de Europese Verkiezingen is helemaal geen verrassing, het grote verlies van de PvdA evenmin. Om met het eerste te beginnen: al sinds 2002 schommelt conservatief Nederland zo rond de 40 – 50 zetels (in Tweede-Kamerzetels uitgedrukt). Ongeveer de helft gaat naar de SP, de andere helft afwisselend naar Fortuyn, Verdonk of Wilders. Neemt Wilders een grotere hap uit de koek, dan gaat ten koste van de SP.

Het grote verlies van de PvdA is evenmin een verrassing. Toen Wim Kok de ideologische veren afschudde, schudde de PvdA daarmee ook heel veel kiezers van zich af. Met name conservatieve kiezers houden van ideologie en felle retoriek: tegen Europa, tegen open grenzen, tegen de wereld, tegen de vooruitgang. Progressieven zijn pragmatischer, gaan echt voor individuele vrijheid en vragen politici die grenzen te openen in plaats van sluiten. De moderne, progressieve sociaal- democraat heeft maar één prangende opdracht voor zijn bestuurders:
zorg goed voor de samenleving, zorg voor onderwijs, zorg voor hen die het nodig hebben – en daar willen we best flink wat belasting voor betalen – dan zorgen wij goed voor onszelf. Val me niet lastig met tijdrovende marktwerking, maar zorg dat het licht brandt en verstop mijn mailbox niet met gekmakende aanbiedingen van concurrerende ziektekostenverzekeraars. Het Rijnlandse model in optima forma.

Maar een echt progressieve partij is de PvdA nooit geworden. Door consequent te blijven twijfelen tussen conservatisme (Bos’ harde toon tegen buitenlanders, Ploumen’s ordinaire scheldpartij tegen RWE, de “Duitse kolenboer, de viezerik”) en optimisme (Timmermans’ 10- puntenplan, Koenders’ internationalisme) heeft de PvdA nu ook de progressieve kiezer van zich afgeschud. Deze keer liepen de PvdA- kiezers massaal naar D66 over. En zo zijn we erin geslaagd uiteindelijk iedereen van ons af te schudden. Alleen de trouwe gewoontestemmer blijft over.

Dick Pels heeft met zijn commentaar in de NRC van zaterdag 6 juni jl. natuurlijk
gelijk: het gaat allang niet meer tussen links en rechts, maar tussen conservatief en progressief, tussen angst en hoop. De beste conservatieve partij is de Partij van de Angst en is dus de PVV. Het kopiëren van Wilders’ gedrag door Bos en Ploumen is een mislukte poging om in het gevlei te komen bij een groep kiezers die liever echte cola drinkt dan namaak-cola. Als de PvdA nu niet als de wiedeweerga een onverdroten hoopvolle, positieve, optimistische koers gaat varen, kan ze het vergeten. Binnen het optimisme zijn er natuurlijk ook concurrenten – met name D66 – en daar moet de PvdA haar ervaring en bestuurskracht tegenover stellen. Niet kiezen tussen de issues die er echt toe doen of erger – trachten de succesformule van Wilders te kopiëren – leidt onherroepelijk tot de ondergang.

Wat mij betreft, geldt deze analyse nog onverkort. Met Cohen is er meer ruimte voor hoop en optimisme gekomen – ‘de boel bij mekaar houden’ is een oprecht hoopvolle boodschap. En dat heeft geleid tot minder verlies voor de PvdA dan bij de Europese verkiezingen. Natuurlijk zijn er ook nog allerlei andere factoren die een rol spelen, maar ik ben en blijf ervan overtuigd dat we níet moeten wegduiken, maar de weg naar voren moeten nemen: met een hoopvol en optimisch verhaal, een verhaal waarmee we mensen kunnen overtuigen, waar mensen in geloven, waar mensen vertrouwen in hebben. Vrolijk en vrijzinnig Links, om met Mei Li Vos te spreken.

Dat verhaal blijf ik in ieder geval in Maastricht vertellen. Bijvoorbeeld op zondag 27 juni a.s., tijdens het Manus van Alles festival. Wie weet tref ik je daar, op de koffie bij de PvdA.

En oh ja, a.s. dinsdag staat het jaarprogramma evenementen op de agenda van de raadscommissie Economische en Sociale Zaken. Mijn bijdrage staat al op dit weblog